Lage ongelijkheid in Nederland

Wij leven in een land met een heel lage ongelijkheid. Door belastingen en bijvoorbeeld huursubsidies, onderwijs en goede zorg voor iedereen zijn de verschillen in Nederland beperkt. In Nederland hebben de rijkere kinderen en minder welvarende kinderen contact met elkaar, bijvoorbeeld op school of bij het sporten. Het Gini-coëfficiënt in Nederland is 0,28, dat is internationaal gezien laag.  De sociale ongelijkheid groeit niet in Nederland. Ook in vergelijking met andere landen is de regionale ongelijkheid relatief klein.

 

Grote ongelijkheid in Brazilië

In Brazilië hebben veel kinderen het matig tot slecht. Hun ouders verdienen weinig, wonen in krotten of simpele huizen en ze hebben geen toegang tot goed onderwijs of goede zorg. Wel is er een kleine bovenlaag die extreem rijk is. Het contact tussen deze zeer welvarende kinderen en de arme kinderen is heel beperkt. De sociale ongelijkheid is heel groot in Brazilië. De bovenlaag, 10% van de bevolking, is verantwoordelijk voor 45% van het bnp. Het Gini-coëfficiënt is 0,50, dat is internationaal gezien best hoog, maar is wel dalende. Brazilië gaat de goede kant op. De regionale ongelijkheid in Brazilië is groot.

 

Het hoge welzijn van Nederland

Nederland staat heel hoog op de lijst van VN-welzijnsindex namelijk op de 5e plek. Wij kunnen, omdat we zo welvarend zijn, sporten, naar pretparken, vakanties en heel veel andere dingen doen die ze in periferie landen niet kunnen doen. Ook kan iedereen in Nederland naar school en krijgen wij heel goed onderwijs. Nederland heeft een hoge alfabetiseringsgraad. 

 

 

In Nederland is het bruto nationaal product per hoofd heel hoog in tegenstelling tot Mozambique. Nederland heeft namelijk een bnp/hoofd van ongeveer 50.000$. Nederlanders zijn gemiddeld dus heel rijk. Dat merk je ook in het dagelijks leven, wij dragen vaak merkkleding, we hebben dure telefoons enzovoort.

De levensverwachting is hoog in Nederland en is de afgelopen 50 jaar met 10 jaar gestegen. De gemiddelde leeftijd dat nu iemand sterft is nu 81,9 jaar. Als je als kind in 2014 geboren bent, wordt je als vrouw 92,2 jaar en als man 89,9 jaar. Wij drieën hebben dus allemaal nog onze opa's en oma's kunnen kennen terwijl in periferielanden dat vaak niet het geval is.

Het lage welzijn van Mozambique

Mozambique staat heel laag op die lijst namelijk op de 168e plek. Het merendeel van de kinderen in Mozambique leeft in armoede. Letterlijk en figuurlijk. Het inkomen is zo laag dat er amper geld is voor simpele dingen als een huis, eten, kleding en school. Laat staan dat er geld is voor leuke dingen in je vrije tijd. Veel kinderen gaan niet naar een middelbare school en beginnen al jong met werken. In Mozambique is een groot deel van de bevolking analfabeet.

Het bnp/hoofd van Mozambique is 382$. Dit is heel erg laag vergeleken met die van Nederland. Daarom behoord Mozambique ook tot de Minst Ontwikkelde Landen (MOL).

De levensverwachting is laag in Mozambique. Een belangrijke reden is de slechte gezondheidszorg, de gemiddelde leeftijd dat je overlijdt is nu 57,6 jaar. De kans dat je als kind blijft leven is veel kleiner dan bij ons. De belangrijkste reden is ondervoeding. In Mozambique is maar liefst 43% van de kinderen onder de 5 jaar chronisch ondervoed.

Geborgen 875000
Overlijdt in 1e maand 26.000
Overlijdt in 1e jaar 55.000
Overlijdt voor 5 jaar 85.000

Globalisering in Nederland

Het niveau van globalisering is hoog in Nederland. Mainporten Schiphol  en de haven van Rotterdam spelen een belangrijke rol in de globalisering van Nederland. Wij maken zelf heel veel gebruik van de mainport, Schiphol. Wij hebben veel multinationals die over de hele wereld werken. Wij kunnen hierdoor producten kopen uit de hele wereld. Van kiwi uit Nieuw Zeeland, IPhone uit Amerika (die gemaakt word in China) en speelgoed uit Taiwan.

Geen globalisering in Tsjaad

Tsjaad gaat niet goed mee in de globalisering. Tsjaad heeft geen mno's. Alleen de oliesector wil zich daar vestigen, maar dat helpt Tsjaad niet met de globalisering. Er is maar heel weinig handel met ook weinig landen. Belangrijke reden is dat Tsjaad te arm is om veel goederen te importeren, maar ook omdat ze bijvoorbeeld niet aan zee liggen en dus moeilijk bereikbaar zijn. Dat betekent dat mensen vooral veel producten en voedsel gebruiken uit hun eigen land en de regio. Als kind kom je dus niet vaak in contact met het buitenland.